De East Lycian Way

Turkish delight

We zijn de enige gasten in het Nara hotel en het is er koud. Het is een lange dag geweest en we zijn wat laat. Snel even douchen en dan kunnen we praktisch gelijk aan het diner. In de eetzaal staat keurig een tafel voor ons gedekt en er is een elektrische verwarming aangezet zodat we het snel weer behagelijk hebben. Er staat vandaag weer forel op het menu. In dit gebied zien we dat veel in de restaurantjes. De forel wordt door het midden opengesneden, de graten worden verwijderd en per visje in een ovenschaaltje in de olie met kruiden, tomaten, aardappel en paprika gebakken. Je krijgt dan een heerlijk pruttelend potje op tafel. Zelfs Robert, geen visliefhebber, gaat voor deze vis op zijn knieën. Het is heerlijk. De eigenaar van het Nara hotel maakt zijn eigen organische wijn en is daar heel trots op. Natuurlijk moeten we dat dus even proeven en we bestellen een groot glas. Groot is echt groot in dit geval, het blijkt een glas van 0,33 l te zijn :-). We zijn weer helemaal warm geworden van de verwarming en de wijn maar die nacht halen we per persoon 2 dekens uit de kast.....het is ijzig koud in het hotel.

De volgende dag staat de toch naar Cirali op de rol (19 km, stijgen 275 meter, dalen 1150 meter). We verlaten de bergen en dalen over smalle bospaadje af naar Ulipinar. Ulipinar bestaat eigenlijk alleen uit forellenkwekerijen en restaurants. Pinar betekent bron. In dit geval is het regenwater dat bovenin de bergen is gevallen en via allerlei spleten en breuken in het kalkgesteente hier weer te voorschijn komt. Vanwege al dit water groeien er enorme platanen die zorgen voor de schaduw. We lunchen, natuurlijk forel, in een restaurant boven een beek en onder een plataan. Voor de forel krijgen we een enorm brood met diverse voorafjes geserveerd. Echt heeeeerlijk, vooral de pittige salade. De smaken zijn hier zo echt en we vragen ons hardop af of de Robinson Club die we volgende week bezoeken en die bekend staat om zijn geweldige eten hieraan kan tippen. We zullen het laten weten.

Na de lunch vertrekken we weer en na een pittig klimmetje staan we op een klein pasje. Het pasje met de vlammetjes (320 meter). De afdaling wordt bijgelicht door de eeuwige gasvlammetjes van Chimeara, een bijzonder natuurverschijnsel, verbonden met de Griekse mythologie. De vlammetjes branden er al zeker 2400 jaar en het is heel bijzonder om hier langs te lopen. Het is mogelijk de vlammen te doven, maar ze ontsteken naar verloop van tijd weer spontaan. We komen via de “achterdeur” en zouden pas bij het verlaten van het park entree moeten betalen maar als we helemaal afgedaald zijn is er niemand die ons tickets kan verkopen. We kopen 1 fles water bij het stalletje en de vriendelijke man vult heel gastvrij gratis gelijk onze andere flessen ook even bij. We dalen verder af naar de baai van Cirali.

De baai van Cirali is een ideale plek om na de inspannende wandelingen in de bergen even bij te komen. We hebben hier 2 rustdagen geboekt. De eerste dag hebben we een dagje niks doen maar om de spieren warm te houden lopen we de tweede dag een stuk langs de kust. Dit is een mooi paadje dat recht boven de turkooizen zee op en neer slingert, over de roodachtige rotsen die mooi contrasteren met de lichtgroene pijnbomen en we lopen naar een stille baai die alleen lopend of per boot te bereiken is. Heen en terug is dit 9 km met 400 meter stijgen en dalen. We zijn nog een flinke 4 uur bezig.
Terug in Cirali lunchen we bij een Turkse familie die langs de weg een gelegenheid hebben. Mama rolt en vult pancakes, papa doet de winkel en dochterlief serveert. We zitten heerlijk op een “turkse” bank onder een plataan en komen bij van onze wandeling en genieten van een pancake met groenten gegarneerd met yughurtsoep met komkommer. Allemaal weer even lekker. Echt genieten weer.

Ons Pension in Chirali, Pansyon Emin is gezellig druk en de verzorging weer uitstekend. We hebben ons eigen huisje met tuintje alles is weer superschoon. Het dorpje Cirali heeft een prachtig onbedorven strand zonder enige flatbebouwing. Ondanks aardig wat pensions straalt het groene dorp, nog een zekere authenticiteit uit. De baai van Cirali is door het Wereld Natuurfonds in 2000 uitgeroepen tot beschermd gebied, met name vanwege de nestelende zeeschildpadden. Het meer dan 1 mtr lange en minimaal 115 kg zware vrouwtje komt vanaf eind april aan land en graaft dan een ca. 40 cm diepe kuil om daar 70- 120 eieren te leggen. Ze doen dat in de nacht omdat ze dan minder rovers vrezen en omdat de zee dan meer licht reflecteert. De eieren worden beschermd door stokken die om het nest worden gezet. Helaas hebben wij geen eieren of schildpadden gezien.

Dan wordt het weer tijd voor een paar pittige wandelingen. Van Cirali wandelen we over het strand naar de ruinestad Olympos maar daarna stijgen we al snel een stil zijdal in. De tocht van vandaag gaat naar Adrasan (15,5 km, 750 m stijgen en 750 meter dalen). Nadat we de top hebben bereikt dalen we relatief relaxed af door een stille kloof naar de vallei van Adrasan vol met citrusboomgaarden en kassen. Vlak voor het eind van de tocht worden we door een groepje Turkse dames geroepen of we een “cay” (thee) willen. Communiceren met deze dames is heel moeizaam maar we lachen wat af en drinken onze thee onder de zeer nieuwsgierige blikken van onze nieuwe vriendinnen.

Adrasan is een nederzetting aan een fraaie gesloten baai. We nemen onze intrek in het “River hotel” aan de rivier. Een mooie nieuwe accommodatie met een heel goed kokkie. We eten onze buiken weer rond en we gaan op tijd naar bed want voor onze laatste wandeldag staat er een hele pittige tocht naar Melanippe Beach te wachten. Deze tocht is 19 km lang met 775 m stijgen en 750 meter dalen over smalle stenige paadjes hoog boven zee. Af en toe slalommen we rond bergen stenen of omgevallen bomen. Het is redelijk bosrijk en de bomen geven veel schaduw maar laten genoeg ruimte voor uitzicht op zee en een aantal fotogenieke eilandjes en steeds horen we het ruizen van de branding onder ons. Tegen het einde dalen we af naar de bekende vuurtoren van Gelidonia en lopen we relatief eenvoudig de vlakke weg naar Melanippe beach ons eindpunt van vandaag. Deze prachtige tocht is een mooie afsluiting van ons wandelavontuur. Het land, de mensen, de oprechte belangstelling en gastvrijheid, het eten en de prachtige natuur hebben grote indruk op ons gemaakt en we maken stiekem al plannen om ooit het westelijke gedeelte van de Lycian Way te gaan wandelen.

De East Lycian Way

Eindelijk het is zover, een nieuw avontuur is begonnen. Nadat we thuis al online hebben ingecheckt voor onze ArkeFly vlucht staan we op Schiphol bepakt en bezakt onze tassen in zo’n nieuwerwets selfincheckautomaatlabelaar te dumpen. Hier komt geen leuke juffrouw meer aan te pas.
Onze vlucht vertrekt om 15.30 uur maar helaas hebben we op voorhand al 40 minuten vertraging dus we gaan ons maar eens verwennen met een schandelijk duur wijntje bij de vinotheek op Schiphol. Een Sauvignon-blanc.... echt genieten en je moet toch wat. Hij is zo lekker dat we een half uur later er nog maar 1 nemen, vooral om de tijd te doden natuurlijk.

Om 21.30 uur landen we op Antalya airport en na een wilde rit met onze taxi komen we om 23.00 uur aan in ons hotel, het Gul Mountain hotel in Ovacik op 1230 meter. We denken meteen ons bed in te kunnen rollen maar daar denkt de hotelier anders over. Hij heeft voor ons een heerlijke 3 gangen maaltijd klaar staan. We krijgen soep met daarna een vispotje met een heerlijke salade, vers brood met een soort tzaziki, kaasstengels en meloen toe. Grandioze smaken. Als dit de maatstaf is voor de rest van de vakantie, dan zitten we goed.

Om 7 uur gaat de wekker want er staat ons een 1e wandeling van 18 km naar Yayla Kuzdere te wachten. Vanaf de ontbijttafel hebben we al een machtig uitzicht op de berg Tahtali (ook Olympos genoemd) met 2366 m de hoogste en opvallendste top in de omgeving. De tocht van vandaag brengt ons naar het dorpje op de flanken van deze reus. De tocht voert vooral in het begin over veel smalle, stenige paadjes soms door stekelig struikgewas. We klimmen en dalen behoorlijk en als het aan het eind van de ochtend langdurig gaat regenen is dat op deze paadjes glibberig en vervelend lopen. Later op de dag lopen we een stuk op karrensporen en gaat de zon weer schijnen. Doordat we te veel aan het kletsen zijn, lopen we een aantal keren fout. Die smalle weggetjes zie je snel over het hoofd dus het blijft opletten geblazen.

Uiteindelijk komen we na ruim 20 km aan bij Turan en Sevim in Yayle Kuzdere waar we door Sevim allerhartelijkst worden ontvangen. Turan en Sevim verhuren de 2e etage van hun woning aan wandelaars van de Lycian Way. Daar hebben ze 2 eenvoudige kamers met een gedeelde badkamer. We zijn de enige gasten tijdens ons verblijf van 2 nachten. Het echtpaar spreekt alleen turks maar de goedlachse en slimme Sevim heeft al aardig wat Nederlandse en Engelse woordjes opgevangen dus gecombineerd met wat handen en voetenwerk komen we er wel uit. Het verblijf en de maaltijden zijn eenvoudig maar we worden steeds weer verrast met typisch Turkse gerechten. Zo zitten er in ons lunchpakket van de wandeltocht naar de top “biessies”. Geen idee hoe je dat schrijft maar zo spreekt Sevim het uit. Een soort gefrituurde pannenkoeken met kaas en verse kruiden. De tweede dag vinden we brood zo dun als papier in ons pakket met zachte roomkaas, tomaten, ei en een handjevol walnoten. De walnoten moeten we nog kraken maar daar vinden we een grote steen voor. Wederom een heerlijke lunch. De groenten en het fruit wat Sevim klaarmaakt komt uit eigen tuin. De bonen en de aubergines die we tijdens de avondmaaltijden krijgen heeft ze die ochtend pas geplukt.

De rondwandeling vanaf Yayla Kuzdere naar de top (15 km, 800 meter stijgen en 800 meter dalen) valt in het water. Halverwege de top begint het te regenen en te hagelen. Als het dan ook nog gaat onweren en we het koud krijgen is dat het teken om naar de warme thee van Sevim terug te keren. Na 4 uur wandelen zijn we weer terug.

De volgende dag moeten we afscheid nemen van Sevim en Turan en maken een schitterende bergwandeling over een pas aan de voet van de Tahtali. Deze pittige tocht (13,5 km 950 m stijgen, 970 m dalen) voert over smalle bergpaadjes door een ongerept oerbos met dode stammen vol korstmossen en kleurrijke ondergroei. Hoger vinden we de yayla’s, de bergweiden met veel bloemen. Nadat we het zadel op ruim 1800 mtr zijn gepasseerd begint de afdaling, die soms erg steil is. Af en toe hebben we al uitzicht op de zee. Zo’n 3 km voordat we in Beycik aankomen treffen we het hutje van een fotograaf van een magazine. Hij is een artikel aan het schrijven over de Lycian Way en bivakkeert daar kennelijk al enige maanden. Hij zet wat thee voor ons en we kletsen wat. Ruim 8 uur nadat we vertrokken zijn bij Sevim komen we aan in Beycik. Voordat we naar ons hotel gaan bezoeken we eerst nog het bijzonderen theehuis dat volgens de omschrijving in Beycik te vinden is. Dit theehuis is gebouwd in een 500 jaar oude plataan. Nadat de eigenaar ons trots alles heeft verteld over zijn ‘theehuis’ toont hij ons een doorsteekje door allerlei tuinen naar ons hotel.

Ook in het Nara hotel worden we allerhartelijkst ontvangen. Natuurlijk lees je vooraf over de gastvrije bevolking in deze gebieden maar de gastvrijheid van de afgelopen dagen overtreft onze verwachtingen. Iedereen is zo oprecht hartelijk en we voelen ons echt verwend.

Van de bergen naar de zee

Net ten zuiden van Antalya in Turkije ligt het natuurrijke gebergte Beydaglari, ook wel het Olympos gebergte genoemd. Vanaf morgen begint hier ons nieuwe avontuur en treden we in de voetsporen van Alexander de Grote die hier ooit met zijn legers langstrok.

We gaan een gedeelte van de Lycian Way, een lange afstandswandelroute door het zuiden van Turkije wandelen. Als we vanavond aankomen in Turkije zullen we per taxi in ca. 1 ½ uur naar een bergdorpje op 1200 meter hoogte reizen. En morgenochtend hebben we de 2366 meter hoge top, de Tahtali Dag, als decor voor de start van onze wandelvakantie.

De komende 10 dagen overnachten we in kleine bergdorpjes en wandelen we over de bergflanken met fruitbomen en oerbossen. Uiteindelijk zullen we weer afdalen naar Cirali aan zee. Hier leggen zeeschildpadden hun eieren op de prachtige zandstranden.

We sluiten deze reis af met een heerlijk verblijf in Robinson Club Camyuva waar de catamarans al op ons liggen te wachten. Nu alleen nog hopen op een goede zeilwind.

Welkom op mijn Reislog!

Hallo en welkom op mijn reislog!

Dé plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens deze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie over mijzelf en de reis die ik ga maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met me meereist!

Groetjes,

Robert & Anne Marie